Marc’s ultracheapo tussen-de-stenen-gullen-tuigje

Posted on 28 maart 2012

3


Gulvissen vanaf de Zuid-en Noordpier doe je vooral dichtbij de kanten. Je hoeft dus niet ver te werpen, maximaal 20 meter is ver genoeg. Daar zijn de stenen, de stenen waartussen de vissen hun voedsel komen zoeken, maar ook de stenen waaraan je je dure loodje met de rest van de onderlijn en je voorslag aan kwijt kunt raken. Die kans op vastzitten is vrij groot, zeker op bepaalde momenten in het getijverloop.

Na heel veel loodjes te zijn kwijtgeraakt, heb ik er zelfs een aantal jaren niet meer gevist. Geïnspireerd door John via Zeevistips.nl ben ik zelf gewichtjes gaan maken van cement en oogjes van ijzerdraad. Met Remco ben ik weer ’s tussen de stenen gaan vissen en ben het inmiddels erg gaan waarderen: gerichte visserij met kans op een grote vis. Ik ben uiteindelijk op een favoriete montage uitgekomen. Effectiever, makkelijker én goedkoper kan ik het nauwelijks bedenken.

Het gewichtje giet ik in een eierdoos. Plastic op de bodem en cement erin gieten. Ik doop het oogje met wat draad extra als intern ‘ankertje’ in het natte cement en laat de boel drogen. Zo’n blokje weegt ongeveer 80 gram en dat is genoeg om ergens, een meter of 15 uit de kant, tussen de stenen te blijven liggen. De brokkelige vorm zal ook helpen. Het geeft wat weerstand bij binnendraaien. Een stevige hengel is zéker vereist! Sinds een jaar gebruik ik graag een 5 meter hengel, ik heb een Shimano Forcemaster. Geeft net dat beetje lengte meer om stenen te ontwijken.

Met dank aan de dienst die de fietsen op Amsterdam CS loszaagt, heb ik een leuk alternatief; beugels van fietssloten.

Het ‘voordeel’ van het verspelen van dit soort spul is dat het niet schadelijk is voor het milieu. D’r moet inmiddels toch wel een enorme berg lood, maar ook oude bougies en weet ik veel wat, rond de pieren liggen, zou je zeggen.

Aan dit gewichtje knoop ik 40cm 30/00 nylon, het breeklijntje. De hoofdlijn op mijn molen is, voor deze visserij, 45/00 nylon. Dat lijkt dik en dat is het ook. Met reden. Ongeveer een meter voor het eind van de hoofdlijn maak ik een lus met de dropperloop. Aan de deze lus komt het breeklijntje.

Aan het eind van de hoofdlijn komen de haken. Ik gebruik redelijk dunstelige wormhaken (1 of 1/0, of groter). Eerst schuif ik een haak los op de lijn. Deze haak zet het aas van boven vast, twee keer wikkelen en dan door het aas heenprikken.

Bij vastzitten zal meestal het breeklijntje als eerste opgeven. Het is inmiddels vaak gebeurd dat ik alleen vis hoefde binnen te draaien, omdat het lijntje ergens was geknapt. De tweede zwakke schakel zijn de haken. Die zijn uit te buigen of zelfs af te breken zonder dat deze hoofdlijn breekt. Omdat er verder geen knopen in het geheel meer zitten, blijft het verlies van stukken hoofdlijn beperkt. Het is regelmatig voorgekomen dat alleen het gewichtje en de haken weg waren na het stevig moeten lostrekken van de boel. Er was dan zelfs genoeg lengte van het breeklijntje blijven zitten. Na het aanknopen van de vervangers kon ik snel weer verder vissen.

Vastziten en materiaal verspelen hoort bij deze visserij. Op deze manier blijft bij mij de schade in de portemonnee beperkt en de schade aan het milieu ook.

De haken zijn trouwens wel sterk genoeg om mooie gullen -met beleid uiteraard- naar boven te krijgen.

Groeten!

Marc

Posted in: Materiaal