Week 35: Zagers voor de krabben

Posted on 31 augustus 2013

4


In de zeventien uren die ik afgelopen week op de Zuidpier heb gevist heb ik één vis, een makreel, weten te vangen. Verdeeld over vier sessies is zestien uur de zeebaars het doel geweest en gedurende één uur de makreel. Verloren week? Neuh…ik heb op zich lekker gevist, meestal vanaf de middag tot begin van de avond met een dobbertje en zagers vlak voor de kant, peuteren langs de blokken. Lekker in het zonnetje en turen naar het dobbertje in de -meestal, maar niet altijd- mooie deining met veel kolken en schuimend water. Ok, overdag is niet de beste tijd, maar ik vis niet graag in het donker. Dus da’s ingecalculeerd. En er zit er heus wel eentje bij die ook overdag wil eten.

Mooi watertje

Af en toe een gezellig praatje met medevissers, vooral over de momenteel ‘overall’ slechte vangsten (pff…het ligt dus niet aan mij…). Bijna alle windrichtingen zijn trouwens tijdens m’n verblijf op de pier deze week langsgekomen: dinsdag NO 3 zonnig, woensdag N 3 bewolkt, donderdag ZW 3 zonnig en zaterdag NW 5 bewolkt.

Ik had dinsdag twee ons zagers aangeschaft en zaterdag vertrok ik met de laatste twaalf stuks naar IJmuiden. De rest is gevoerd aan de krabben. Vooral dinsdag en woensdag waren de omstandigheden dermate rustig, ze konden langsdrijvende de zagers te pakken krijgen. De diepte van de aasaanbieding was dus wél goed ;-(

Krabbenwater!

De ‘aanbeten’ waren goed te zien, zodat je nog de kans had de dobber weg te trekken. En als het niet was gelukt ze af te schudden, bood rustig binnendraaien een blik op de boosdoeners: kleine bruine krabbetjes. Op de kant kon ik ze van de wormen schudden. Helaas hadden ze allemaal een harde schaal, zodat ik dacht er niet mee te kunnen vissen.

Vissen met Nico

Ander hoogtepunt van deze verder gezellige dinsdag, vissend met Nico, was dat ik werd gestoken door een van de erg volhardende wespen, die onder m’n shirt was gekropen. Een broodje eten kon je het best al rennend doen…en m’n shirt zat weer stevig in de broek.

Woensdag mocht ik succesvol een jonge meeuw uit de lijn schudden zonder ‘m te haken, pff. Het beest deed er eerst een kwartier over om steeds dichterbij te komen en zat op het laatst anderhalve meter van me af op een rots. En hield mij en m’n tas steeds goed in de gaten. Toen ik zei dat-ie maar ’s ergens anders moest gaan zitten, vloog hij (zij?) met een lui boogje van de pier af en kwam precies in m’n lijn terecht. Tja, die worsteling was dus even een leermomentje.

Tussendoor werpen met een verenpaternoster en een pilkertje leverde geen vis op maar wel een andere dubbelvangst. Het gebeurt me niet elke dag.

Dubbelvangst, Anemoon en Zeester

Het was even trekken totdat de anemoon los kwam. Er is leven genoeg op de bodem aldaar, zou je zeggen.

De wind stond donderdag gunstig om ook aan de binnenkant te kunnen vissen, want je hebt dan de wind in de rug. Ik ging twee methodes afwisselen. Aan de buitenkant dobbertje/zager voor een baars en aan de binnenkant op makreel. Dat gaat niet samen, maar is, met twee hengels, goed af te wisselen.

Geinspireerd door de ‘ballonnvissers’, de overburen tijdens de avond tongvissen, had ik een staande lijn gefabriceerd.

Staande lijn

Vier haken, verdeeld over ruim een meter, beaasd met een reepje vis. Een forse schuifdobber en onderaan de lijn een loodje van 50 gram. Met het windje mee, lukte het dit geheel met een strandhengel een meter of vijftig weg te krijgen. De dobber afgesteld op twee meter.

Zoek de dobber

Een drift duurde ongeveer een kwartier, en ik deed er meestal één, soms twee. En zowaar, na een tijdje hing er ineens een makreel aan. Ik had geen aanbeet gezien. Maar goed, het werkt dus wel. Het zeebaarsvissen in de verder mooie deining op een prima plekje aan de buitenkant leverde verder niets op en, omdat de krabben deze dag geen kans kregen, ik had nog steeds zagers over. De (eigenlijk) beste tijd begon aan te breken, maar ik had het na vijf uurtjes vissen wel weer gehad.

Vrijdag andere dingen doen, en op zaterdag waren alle twaalf wormen nog goed te gebruiken. Dit keer in de bewolkte ochtend tijdens opkomend water (hw 13:35). Met de stevige noordwestenwind schuimde het heldere water mooi langs de stenen en wederom bleef ik een uurtje of vier vis- én krabloos. Het was bewolkt en de pier was vrijwel leeg. Toch was ik vissers tegengekomen die samen drie baarzen hadden weten te vangen. Aan het begin van de middag brak de zon door en waren de zagers op. Het werd drukker met wandelaars en vissers. Voor mij: volgende week een nieuwe ronde met nieuwe kansen: ik zie uit weer te gaan vissen en misschien zelfs wel te vangen.

Groeten!

Marc