28 september 2013 Zuidpier Ver weg of dicht bij?

Posted on 28 september 2013

8


Waar zit de vis? Da’s voor mij dus al een tijdje de vraag. En vandaag kreeg ik antwoord.

Rond de bocht was het al goed druk, maar een stuk verderop richting de kop vond ik een redelijke plek zonder directe buren. Er stond een vlagerige oostenwind (4-6Bft), licht bewolkt en een zonnetje. Hoogwater om 10:31 uur en laagwater om 18:10 uur. Ik heb gevist van 11:15 tot 18:30 uur. Ingesteld op een dagje gulvissen dichtbij tussen de stenen verscheen ik met m’n twee stevigste hengels en molens, gewichtjes om te verspelen, breeklijn, pieren en zagers. En ik had nog wat zeebaarsdobbers (3), lood (2) en platvis paternostertjes (2) meegenomen. Om eventueel te kunnen wisselen van tactiek. Na ongeveer twee uur vissen kwam, jawel, het eerste (maatse) gulletje naar boven. Aan de hengel met nylon, ik had helaas geen aanbeet gezien.

Een stuk verderop ving een visser na een verre (pendel)worp een scharretje. Gezien het moment in het getijverloop, meer dan twee uur na hoogwater, had ik geen vertrouwen meer in een grote vangst dicht bij de kant. Het was jaren geleden dat ik vanaf deze plek ‘op afstand’ had gevist, vooral vanwege het materiaalverlies in de meestal sterke stroming. Ankerlood wordt zonder pardon meegenomen en legt enorme afstanden af waarna de boel vastloopt tussen de stenen. Ik vond er niks aan, want ik ving op deze plek bovendien ook nog weinig op deze manier.

blauw met bootjes

Aangezien ik vandaag de ruimte had en er geen sterke stroming stond, besloot ik de andere hengel (met gevlochten lijn en dikke nylon voorslag) toch maar weer eens uit te rusten met een paternoster om op zo groot mogelijke afstand te vissen. Het waren geclipte onderlijnen (jaja, ik had wel een beetje nagedacht..de stroomlijn hiervan zou bij deze wind gaan helpen om nóg verder te gooien) uitgerust met haakje 6. En schar is ook lekker.

De eerste (lekker verre) worp leverde -alweer zonder zichtbare aanbeet- maar liefst twee visjes op: een wijtinkje en een steenbolkje. De laatse kon weer terug en de eerste werd als aas aan de nylonhengel gebruikt. Zeebaarzen lusten ook wel een wijtinkje…De steenbolk werd lunch voor een meeuw en de wijting werd bijna een speeltje voor een clubje van tien meeuwen. Ik had de de zinksnelheid van vooral het visje onderschat, zodat snelle meeuwen de kans kregen het visje onder water te pakken. Ik moest het aas tot twee keer toe uit een meeuwenbek trekken. En daarna was het zaak zo snel mogelijk binnen te draaien, met een horde krijsende meeuwen er achteraan. Gelukkig, ik heb geen meeuw gevangen, pff…Ik heb die hengel dan ook maar even aan de kant gelegd en pas een paar minuten later opnieuw ingegooid.

Aan de gevlochtenlijn hengel diende zich zowaar aanbeetjes aan. In de vlagerige wind hadden de hengeltoppen nog niet stil gestaan, maar dit was een onmiskenbare Aanbeet, dát was lang geleden. Al was het maar een wijtinkje, want zo zag het er uit, ik vond het prima. Het draaien voelde best zwaar, alsof een gehaakte grote krab zich breed maakt. Pas vlak voor de kant was daar de verrassing: twee vissen, een maatse gul en een maatse pollak. Zo’n doublet had ik vanaf de pier nog niet gevangen. En leuk hoor, mijn eerste Hollandse ‘pier’pollak. Ze worden wel vaker gevangen, ook tijdens het zeebaarzen met de dobber of aan kunstaas, en ik kan ‘m nu ook op m’n NL-lijstje zetten.

pollak en gul

En daarna kwam er bij vrijwel elke verre worp vis op de kant, waaronder een tripletje van twee gulletjes (ongeveer 30 centimeter) en een wijting (dat was ook weer even draaien 😉 ). Verder veel wijting en steenbolk om terug te gooien. Ze moesten nog even groeien om maats te worden, maar ze waren allemaal behoorlijk op weg. De meeuwen wisten er wel raad mee. (Van die vijftien visjes had ik ook een lekkere soep kunnen maken, maarja, damagnie…).

Hád ik toch de rotsvaste overtuiging dat je rond de pier de vis altijd wel dichtbij kunt vinden en dat ver weg vissen op die plek onmogelijk is …Door radicaal van tactiek te wisselen werd het een heel leuke visdag, met ook nog een hoop gezellige ontmoetinkjes met (bevriende) medevissers.  (Ik had het, achteraf gezien, vandaag zelfs met één hengel, paternosters (2) en loodjes (2) kunnen doen, maarja, je neemt toch altijd teveel mee en je wéet ’t van te voren gewoon tóch niet…) Goed op de buren letten helpt ook.

Groeten!

Marc