11 Juli 2014 De harders van Amsterdam: Yes!

Posted on 11 juli 2014

11


Ik heb er wat jaren op moeten wachten, maar vandaag was het dan zo ver. Ik vang mijn eerste harder. Het-Is-Gelukt! Het grote verschil met de eerdere sessies was dat het nu wel is gelukt ze aan het azen te krijgen.

de eerste

Het is vrijdagmiddag half één: ik wil eigenlijk naar de pier en besluit nog eenmaal op deze fantastische webcam te kijken. Hm, het zag er behoorlijk mistig uit. In de zeemist kan het koud zijn.

Omdat in de stad dankzij de zuidelijke winden een lekker temperatuurtje heerste, besloot ik het tochtje naar de haven te maken om weer eens te proberen een harder te verleiden.

De afgelopen twee keer waren tevergeefs en hebben het niet tot een artikeltje geschopt. Vooral omdat er op die momenten gewoon geen harders waren.

spulletjes

Tijdens het wandelingetje langs de stek zag ik ze nu wel. Nog voor het optuigen van de hengel met een klein vlokdobbertje had ik op een aantal plekken wat broodkorsten gevoerd. Daar kwam geen reactie op, behalve dat ze er niet van schrokken en voor m’n neus tussen de stenen bleven scharrelen.

Het grondvoertje ging er nu in, nét voorbij de stenen. Harders kwamen langs maar leken het nog steeds te negeren. Ik had een mooi plekje achter wat hoger gras gekozen, zodat ik redelijk dicht op het water kon blijven en toch alles kon overzien.

Dat m’n voertje vis aantrok bleek uit nerveus getrek aan het vlokje, waarop ik een keer of drie missloeg. Even later was het wel raak, maar het was een brasem. Die ook nog snel losschoot. Een jonge fuut, die ik aanzag voor een harder, was bij mij voor de deur aan het jagen. Tsja…en nu. Verkassen of blijven?

Toch eerst nog maar even rondwandelen. Er bleek op een meter of tien van me een flinke school harders te zwemmen. Schuilend achter een boom kon ik m’n vlokje er precies tussen laten zakken. De vissen zwommen er omheen, zorgvuldig mijn aasje mijdend. Maar ze leken me niet te hebben opgemerkt. Ik ging terug naar m’n plekje.

Er was nog genoeg grondvoer zodat ik er het volgende half uur om de paar minuten een paar brokjes kon voeren. De harders leken dichterbij te komen en begonnen rond m’n voerplek te cirkelen.

Het water was redelijk helder en het dobbertje was zo afgesteld dat het vlokje nét niet meer te zien was. Af en toe verdween het even doordat er een harder voor zwom.

Het werd spannender en spannender. De vissen bleven rondzwemmen en ik kon zien dat ze snippertjes opzogen van het voer dat door het water zweefde. Ik was inmiddels voorzichtig gaan staan.

Weer wat brokjes voer erbij en het vlokje er tussen…Beet!…En mis….Shit, dat was er eentje. De school bleef rond de voerplek rondcirkelen. In slowmotion deed ik weer een vlokje aan het haakje en gooide opnieuw in. Iets voorbij de plek zodat ik het vlokje tussen de vissen kon trekken.

En toen kwam het moment. Ik zag dat het vlokje werd opgezogen door een harder en niet werd uitgespuugd…Slaan!…En hangen….Gelijk de massieve weerstand van een krachtige vis, het 35 grams spinhengeltje moest aan de bak.

Ik was benieuwd wat er ging gebeuren. De harder sprak af en toe de slip van de molen aan, maar kwam niet ver en dacht er gelukkig ook niet aan tussen de stenen te gaan zwemmen. Opvallend was dat een aantal ‘schoolmaatjes’ een tijdje met de gehaakte vis mee bleven zwemmen.

Enkele minuten later kon ik ‘m naar de kant dirigeren om ‘m te scheppen. Helaas bleek m’n twintig jaar oude ‘pan’-netje te klein voor deze vis. Wat nu? Een harder heeft ook kieuwen, dus dan maar de kieuwgreep proberen.

Afgedaald langs de schuine kade naar het water kwam daar natuurlijk even een spannend momentje aan. De hengel lag inmiddels achter me, de lijn in m’n hand en ik probeer de vis rustig naar de kant te trekken. Eén flinke spartel zou de lijn makkelijk kunnen breken.

Die spartel kwam ook, maar scherp als ik was 😉 liet ik de lijn vieren en had de hengel snel weer in de hand. De tweede poging lukte wel en met een goedgelukte kieuwgreep kon ik ‘m’n eerste’ uit het water tillen. Wow!

met meetlintje

Het verwijderen van het haakje uit het taaie scharnier van de bek duurde iets langer dan ik wilde en daardoor is het meten van de vis niet helemaal goed gegaan. Ik hou het op 66 centimeter.

De voerplek was inmiddels door de harders verlaten en zag er troebel uit, Als toetje viste ik nog even in het lekkere middagzonnetje door.

Een paar flinke brasems -want die waren de boel aan het omploegen- mochten hun blik op de wereld even wat verruimen. Brasems vangen op een meter uit de kant, met het dobbertje op 50 centimeter diepte afgesteld. Ik zou het vroeger niet op die manier gedaan hebben. Grappig hoor, die havens.

Na deze paar uurtjes kan ik niet anders zeggen dan al die anderen: ga ook eens vissen op harders. Je hebt er weinig materiaal voor nodig en het is ideaal voor een ‘korte’ sessie. Het kan even duren, maar als het eenmaal zo ver is, krijg je ook wat. Neem je schepnet niet té klein…

Groeten!
Marc