De pier lokte vandaag en ik hoopte dat er inmiddels weer wat zomervis (makreel enzo) te vangen zou zijn. De nieuwe feeder ging mee om als dobberhengel uitgetest te worden. Bij aankomst rond 13:30 uur stond er wat wind uit het noordwesten (lw 17:18). Het water aan de binnenkant van de pier zag er troebel uit en dat was het aan de buitenkant eigenlijk ook. Het zou weer karig worden, leek me.
Dan maar concentreren op het dobbervissen met de feeder. En er van genieten, want door de lengte (4.20 meter, vier delen) vist het een stuk makkelijker over de stenen heen, met minder kans dat de lijn tussen het wier aan de waterlijn blijft hangen.
Ook weegt hij lekker weinig (in vergelijk met bijvoorbeeld m’n karperhengel), zodat hij prima in de hand te houden is. Het gevoeligste van de drie topjes ging er vandaag op en het wegzetten van een 20 grams bombetta ging prima. Dat moest ook wel want volgens de opdruk op de blank zou er tot 200-300 gram (!) mee geworpen kunnen worden.
Het beet krijgen schoot, ondanks diverse malen verkassen, niet op en op het derde stekje was het na een uurtje genoeg geweest met dit kansloze vissen. De zomervissen zijn nog steeds effe weg.
Nog even de hengel testen dan maar. Ik had ook een zwaardere dobber bij me (50 gram) en knoopte die aan de lijn. Bij de eerste rustig aangezette worp kwam hij al heel ver zodat ik bij de tweede worp voor de gein een keertje ‘volle kracht’ wilde proberen. De laatste worp wil bij mij nog wel eens voor een verrassing zorgen…en ook nu had ik het niet kunnen bedenken.
Pang! zei de lijn, de losse dobber schoot door de lucht. “Jammer”, dacht ik nog. Toen ik echter naar m’n hengel keek zag ik tot m’n schrik dat de bovenste twee delen weg waren! Verdwenen, foetsie…
Ik had niets door de lucht zien vliegen dan wel zien of horen landen. “Heb ik weer, nieuwe hengel enzo, vis er voor de tweede keer mee”, en ik bleef beetje verdwaasd rondkijken. Hoe kon dat nou?
Een zoektochtje langs de stenen leverde niks op en ik kon maar niet geloven dat het stukje hengel gewoon wég was. Tien minuten later gaf ik het toch op en ging inpakken.
Bij de allerlaatste blik over het water zag ik ineens tussen wat stenen vlak bij de kant een steeltje omhoog steken. Het leek nog niet op mijn stuk hengel, maar het zag er interessant genoeg uit om nog één keertje voor af te dalen.
Met de rest van de hengel kon ik het naar de kant trekken en verdomd, het was mijn ontbrekende stukje hengel! Onbeschadigd zaten de twee delen nog in elkaar. “Mooi, tóch nog een vangst gedaan waar je wat aan hebt.”
Zou de verbinding na drie uur vissen losgeschoven kunnen zijn? Ik had de hengel uiteraard zorgvuldig in elkaar gezet, maar daarna niet meer gecontroleerd. De hengel is niet nat geworden. Of zou het door de krachten van de worp zijn gebeurd?
Het zal een mix van dit soort dingen geweest zijn…Eind goed al goed…maar…de volgende keer wordt deze hengel dus na elke worp geïnspecteerd. Ook krijgt hij dan het gewicht te verduren dat het label zegt. Zal ‘m leren!
Groeten!
Marc
Posted on 16 juli 2014
0