8 mei 2015 Eén hengel, drie plannen

Posted on 9 mei 2015

0


Het had de eerste succesvolle geepdag van 2015 kunnen worden. Ik was er namelijk helemaal klaar voor. Donderdagavond ging de zuidwestenwind er uit en vrijdag houdt de wind zich ook rustig. Ik heb stille hoop dat het water al helder genoeg is om een zichtjager te vangen.

Voor plan A gaat vandaag de feederhengel mee. Die is nog niet lang in mijn bezit en moet nog even ‘ingevist’ worden. Hij is lekker lang (4.25 meter) zodat je de bombettamontage nog makkelijker van de stenen weg kan houden.

Omdat het water per ongeluk héél misschien toch nog te troebel zal kunnen zijn, heb ik plan B en C…

Voor plan B heb ik een pakje tappen bij me, 50 grams lood en een platvislepel. Bij lichte stroming is er uit de hand met de feederhengel  op platvis te vissen. Gevlochten lijn op de molen voor de betere beetregistratie.

Plan C veroorzaakt de grootste vulling van de tas: een zak brood. Mocht het op de pier niets zijn, ga ik naar Ganzeneiland voor de harders. Ook prima te bevissen met deze hengel.

De eerste blik op het water boort de hoop op geep de grond in: groenig en bruinig water wisselen elkaar af. Voor blauw moet je vandaag vér kijken…

troebel-aan-de-binnenkant

Zowel aan de binnenkant,

Geen-'geepwater'

als aan de buitenkant is het onderwaterzicht niet best. Ik zou zeggen, minder dan 50 centimeter. Gepen moeten uitkijken dat ze niet per ongeluk tegen een steen aan knallen…

In de bocht sluit ik aan bij Wilfred, die schar aan het vangen is. We kletsen bij en tegen beter weten in tuig ik op voor geep. Want, het is actief vissen en je kunt ’t aasje ook per ongeluk vlak voor een gepenbek weten te krijgen.

Na een klein uurtje -er is dan weinig stroming- verwissel ik de nylon hoofdlijn voor de gevlochten en ga aan de gang met het loodje. Eén haakje en een stukje tap. Al snel begint het topje te trillen en het eerste scharretje komt binnen. En even later de tweede.

De platvislepel gaat aan de wartel. Aan het haakje een stukje tap. Dit zou het moment moeten zijn om eindelijk eens een keer wat aan dat ding te vangen.

Na twee worpen haal ik ‘m er weer af. Geen succes. Bovendien komt de stroming er weer in en het loodje gaat te snel over de bodem rollen.

De gevlochten lijn gaat weer van de molen af en de spoel met nylon komt er weer op. En ik verkas naar de de kop. Misschien is het water daar helderder. Maar helaas…Ook hier probeer ik het tevergeefs een uurtje.

Ook-groen-bij-de-kop

Bij het verkassen blijk ik ook nog definitief een streep door plan C te kunnen zetten. De achterband van het fietsje blijkt toch écht lek. Dat wordt wandelen. Ik kijk nog een keertje achterom en zie voor de kop veel vogels duiken. Toch maar even kijken.

duikend-boven-de-stroomnaad

Er duikt van alles (sterns, meeuwen, visdiefjes) door elkaar op ‘iets’ in het bruine water, maar er is bijvoorbeeld geen springende vis te zien.

Het is te ver uit de kant om te begooien, maar wie weet komt de boel binnen werpbereik. Ik waag er twee worpen aan.

Op de terugweg krijg ik onverwachts nog wat lucht in de band van een vriendelijke mede IJZZV er (Nog bedankt en sorry, naam vergeten!) zodat het laatste stukje naar de bushalte toch nog wat sneller gaat.

Voor plan A wordt het hopelijk nu toch snel weer de tijd. Plan B is een leuk alternatief voor ‘scharren’ de strandpook en plan C wordt snel vervolgd. Eerst ff een bandje plakken 😉

Groeten!

Marc