26 mei 2018 Brasems in bloedhitte

Posted on 27 mei 2018

8


De visdrang moet bij mij nog steeds van ver komen. Het geepvissen bijvoorbeeld wil nog niet zo lukken. De wind van de afgelopen tijd uit het noorden, momenteel stationair uit het oosten en de grote kans op zeemist in combinatie met de uitbundige algenbloei geven me weinig vertrouwen dat er veel plezier aan geep valt te beleven. De enige poging, een vroege maandagochtend vanaf de koude (en mistige) Noordpier, bleef visloos. Als ik daarbij ook weinig zin heb in gulvissen, blijft er momenteel niet zo veel over.

Het plan voor deze dag is dus lekker vroeg op de Zuidpier te zijn met dobbers en kunstaas voor m’n eerste geep (of fint of zeebaars of makreel…) van het jaar. Er is een zeer warme en zonnige dag voorspeld. Het idee is dan ook voor de middag alweer terug te zijn om eventuele (strand)drukte te vermijden. Wel is er die lastige oostenwind, maar vandaag maximaal 4 Bft, dus wil ik het er op wagen. 

Echter, de muggen zijn erg actief en en de ‘zomerdekens’ blijken wat aan de te warme kant. Enfin, ik open wat moeizaam de ogen op een tijdstip dat ik allang vissende had willen zijn. Het helpt natuurlijk ook als je het volume van de wekker zo afstelt, dat je er wakker van wordt…Exit plan A. 

Maar ik wil vandaag vissen. Plan B, ook leuk voor een dag als deze, kom er maar in: op zoek naar harders in de havens van Amsterdam. Licht bepakt een beetje rondfietsen met kans op groot spektakel. 

De algen kleuren ook hier het water groen en dankzij de wind vallen er veel stekjes af om een licht vlokdobbertje uit te kunnen laten. Bovendien zie ik nergens harders zwemmen. 

Uiteindelijk kies ik dan zelf maar een stek waar een gebouw de wind tegenhoudt. Ik kan in de schaduw van een bouwcontainer aan het water zitten, voorwaar een prima plekje om het even uit te houden. Als reeds tijdens het installeren ook nog een paar harders dicht langs de kant voorbij zwemmen, stijgt de visdrang snel tot ouwerwetse hoogte. 

Schepjes wolkerig lokvoer gemengd met stukjes broodkorst gaan elke paar minuten te water. De hengel ligt naast me, klaar voor actie. Na een uurtje voeren heb ik de harders echter niet opnieuw aan het oppervlak gezien. Wellicht zijn ze dieper en wat verder uit de kant gaan zwemmen? Er is maar één manier om dat uit te vinden en dat is op die manier een pluimpje brood aanbieden. 

Het vlokdobbertje stel ik af op ruim een meter diepte en wacht af wat er komen gaat. Nu kan bij het ‘in  the blind’ vissen op harder met brood het muntje de goede kant op vallen, maar de kans op ander succes is veel groter. Zo ook vandaag. 

Nummer 1

Als het niet gaat zoals je wil, moet je maar genieten van hoe het gaat. Dus vandaag geniet ik een dik anderhalf uur, als een ware Marco Kraal, volop van het vangen van brasems aan de vlok. 

Nummer 2

Een school heeft de voerplek ontdekt. Elke keer kort na het voeren komen ze omhoog om te snoepen. Het dobbertje gaat steeds zonder aarzelen eensklaps naar beneden. Het haakje zit gelukkig telkens keurig in de bovenlip zodat ik de vissen kan onthaken zonder ze uit het water te hoeven halen, altijd fijn bij die brasems. 

Nummer 3

Nummer 4

Nummer 5

Nummer 6

Nummer 7

Nummer 8

En als laatste nummero 9

Het zonnetje begint nu hard in te slaan en het lokvoer raakt op. Niet voeren betekent ook geen beet krijgen. Dieper vissen, nog meer brasems vangen en wellicht een zonnesteek oplopen hoeft voor mij nou ook weer niet. Het is prima zo en nu hopelijk toch snel maar weer eens zeewaarts…

Groet!
Marc