Sinds lang weer eens een grote reis naar de ‘overkant’, deze keer ruim drie weken Mexico. De tocht begint met een paar dagen Mexico Stad (blijkt een zeer rustige stad rond oud en nieuw; verblijf in hotel La Querencia; de piramides; musea; muurschilderingen; gefietst; het aardbevingalarm gaat af). Aan het eind van de reis staat een weekje gepland in de zeer leuke stad in het zuiden Oaxaca (verblijf in Hotel Con Corazon -lees vooral meer over dit hotelidee en de doelen!), eten, kunst en…mezcal). De busreis vanaf het strand naar Oaxaca gaat door de bergen. We splitsen de reis in tweeën. Het ‘bergtoevluchtsoord’ Refugio Terrazza de la Tierra biedt eerst nog een paar dagen bergbos, berglucht en berglandbouw.
Want…tussen de stadsbezoeken in is er dus ook tijd geweest voor vakantievissen, want er staat voor het middengedeelte een ruim weekje ‘tropisch’, met zee en strand gepland. (Ohja, wat is ook al weer het verschil tussen ‘vakantievissen’ en ‘visvakantie’? Het verschil tussen: Ga ik iets vangen en zoja waar en wat dan? versus Hoeveel en wat ga ik wanneer en waar vangen en wat kost dat?) We zoeken, vinden en boeken de plekken onderweg of ter plaatse.
Allereerst komen we terecht bij El Madresal, een uurtje ten zuiden van het stadje Tonalá aan de kust van Chiapas. Een bungalowpark direct aan het strand, opgezet als coöperatie door het dorpje Manuel Ávila Camacho aan de overkant van de paar honderd meter brede lagune op het vasteland. Het kamp is slechts per lancia (sloep) via gangen door het mangrovebos te bereiken en heeft eenvoudig ingerichte bungalows. ‘Voor Roosterfish is het niet het goede seizoen en langs de kust zit sowieso door de overbevissing met netten nog maar weinig vis’, vertelt oud-beroepsvisser Fabian en voorzitter van de coöperatie. ‘Wij vissen vooral in de lagune op harder, Snook, mangrovesnapper en barracuda. En we vangen er onze garnalen.’
De vismissie had ik al voor vertrek vastgetimmerd op ‘vanaf het strand in de branding met kunstaas het aller-, allerliefst een Roosterfish ofwel Pez Gallo vangen.’ Dat vangen van zo’n hanenkam zou allereerst met oppervlaktekunstaas moeten gebeuren, om vanaf zo’n Mexicaans strand dat mooie spelletje -zoals in september vanaf het strand met de blauwbaarzen bij de Ebrodelta– nog eens over te doen.
Maargoed, dat is dus meteen duidelijk, vergeet die Rooster maar, het doel moet dus bijgesteld naar ‘iéts’ vangen met kunstaas vanaf het strand.
Aangekomen in het donker van de avond, kijken we volgende ochtend onze ogen uit. Het park oogt vriendelijk en de zee ruist heerlijk. Er zijn vooral Mexicanen aan het vakantievieren. Links en rechts is er strand met hier en daar een voetstap zover het oog reikt. De noordenwind duwt de stevige branding wat platter, maar de golven zouden bij ons nog steeds al ruim surfwaardig worden bevonden. Het windje in de rug gaat in ieder geval helpen het kunstaas wat verder weg te kunnen werpen. Maar waar te vissen? Tijdens geen van de sessie’s zijn duikende meeuwen te zien, behalve wat gevlieg rond een vissersbootje verder uit de kust. De pelikanen gebruiken de golven vooral om over te windsurfen. Dus op de gok kies ik niet al te ver van het park een plekje waar de deining iets minder opgestuwd lijkt te worden, een teken voor een diepere geul. Er zijn zo af en toe kleinere vissen -ik denk hardertjes- in de brekende golven te zien, dus die ene mooie grotere rover van welk soort dan ook kan hier ook per ongeluk opduiken. Het water heeft een heerlijke temperatuur, zodat zelfs ik, erkende kouwkleum, er een paar uur in kan staan zonder klappertandend naar de kant te moeten… De kleding is puur bedoeld als bescherming tegen de zon, scheelt zonnebrand smeren…
De eerste dagen heb ik – in de ochtend en avond- tevergeefs met oppervlaktepluggen gevist. Daarna wordt een 45 grams pilker met op de haak wat bucktail en een twisterstaartje het hoofd- en uiteindelijk dus ook het vangende aas. Want deze gouwe wissel levert m’n langverwachte ‘Boemetje,’ in de branding, van een Jack. De slip komt er zelfs even aan te pas, de weerstand is vergelijkbaar met een zeebaars van pakweg 50cm. Gelukkig komt Petra net teruggelopen van een strandwandeling om de foto’s te maken. De volgende dag volgt de tweede Jack. Deze is wel de pan in gegaan van het restaurant. De vangsten zijn gedaan midden op de dag ergens in middenin het tij, terwijl opkomende en ondergaande zon en water alleen maar mooie plaatjes hebben opgeleverd…
Een van de ochtenden gaan we, vanaf ongeveer 08:00 uur, met een gids de mangrove in, op zoek naar krokodillen: ‘Buscar los Cocodrilos’. Rond hoogwater varen we de prachtige, frisse mangrove binnen, vol met vogels: van reigers en ijsvogels en visarenden en vele kleine zangvogels. We zien inderdaad de kop van een zwemmende kleine alligator op ‘de krokodillenplek’ die snel maakte dat-ie wegkwam. Maar op de terugweg kwam de beloofde krokodil, pal om de hoek bij de aanlegsteiger (!?) toch nog in zicht. (Ja, het was een echte, maar of-ie er niet even voor ons is neergelegd…? ;-).
We krijgen trouwens die avond een bezoekje van een flinke slang die ons hutje een fijne plek leek te vinden. De avondwakers zijn zo vriendelijk deze, volgens hen, ongevaarlijke slang (want ‘hij eet vooral muizen en insecten’) zeer voorzichtig met een grote hark even een flink stukje verderop te begeleiden.
Later die avond komen we even ons bed uit omdat we wakker worden geschud. We checken even bij de buren, Mexicanen, die ons verzekeren dat er niks aan de hand is. Met ’Dit soort schokjes zijn er heel vaak’ en dat soort uitleg gaan we weer slapen en worden we inderdaad gezond en heelhuids weer wakker. De rest van ons verblijf geen aardgeschud meer.
Een busreis langs de kust richting Puerto Escondido brengt ons in een wat meer toeristischer strandgebied, maar nog niet aangetast door grote hotelketens of wereldwijde snackboeren, komen we na wat zoeken en een klimpartij terecht bij Monte Uzulu, een net nieuw hotelletje in San Augustinillo, een vrij rustig dorpje in een strook met Mazunte, Zipolite en verderop Puerto Escondido als drukkere tot zeer drukke oorden, maar hier is nog steeds een vrij rustig strand met een mooie branding en ook nog diverse toegankelijke rotspartijen.
Even vooraf aan dit filmpje, dat begint met wat plaatjes van de plaatselijke haaienvissers. Plaatselijke gebruiken of misstanden? Ik vind het lastig meteen een oordeel klaar te hebben. Ze vissen met longlines, het hele rek voor op het bootje hangt vol met haken aan zijlijnen. Ze gaan zo’n 100 mijl de zee op en blijven een paar dagen tot een week weg. De koelbox achter in de boot zit vol met kleine tonijn, het aas voor aan de longlines. De vangst lijkt vooral te bestaan uit haaien. Op een paar meter van de vakantiegangers in de ligstoeltjes worden de kop en de vinnen van de vissen afgesneden en per kruiwagen gaan de kadavers richting een vrachtauto. Na de eerste foto kreeg ik meteen een teken dat ze niet gefotografeerd wilden worden, een praatje zat er niet meer in…
De eerste keer vis ik hier vanaf de rotsen tussen San Augustinillo en Mazunte. De hele kunstaasverzameling komt aan bod. Een gek dansje helpt niet. En een boot vangen lukt ook niet. Toch moeten ze hier wel eens kunnen zitten, of daar wel eens langs kunnen komen. Maar ze zijn er niet. Verderop staat trouwens een enorm staand wantnet in zee…
De tweede keer gaan we het strand op naar links. Deze ochtend staan locals met werpnetten en handlijnen op het strand aldaar bij de rotspartij vol met vogels. Af en toe duikt een pelikaan of een meeuw, hier moet vis zitten. De werpnetten leveren de aasvisjes (en ongetwijfeld ook snacks voor uit de frituurpan…), met de handlijnen vangen de mannen iets grotere vissen, Jacks en snappertjes. Ik mag erbij komen staan en vang uiteindelijk een snapper. De pilker is opnieuw de vanger. De sessie eindigt met de donatie van de pilker aan de rotspartij…
Succesvol gevangen? De missie is geslaagd! Maar eh…ik had toch wel iets meer of iets groters…
Genoten van het vissen? Jazeker! Heerlijk om een paar uurtjes per dag in zo’n branding te staan, met elke worp weer kans op een aanbeet.
Er is vast genoeg dat ik anders had kunnen proberen: veéel langere looptochten langs het strand en kijken naar springende vis! Als ik met een bootje trollend over de lagune of met een charter de zee op zou zijn gegaan had ik geheid veel meer gevangen. Maar het ging deze keer dus om ‘lekker zelf vissen’. En stel je voor dat er aan zo’n strand per ongeluk wél iets enorms op mijn plug was gesprongen?
Posted on 28 januari 2020
0