21-28 sept 2019 Missie Tonijn

Posted on 3 oktober 2019

2


Na de tonijntrip in Kroatië moet het er maar weer eens van komen. We boeken de trip in maart, Eelco en ik gaan eind september een week naar de Catalaanse Ebro delta om vijf dagen te vissen bij Ron Nieuweboer van Roned in Riumar. Grote blauwvintonijn is het hoofddoel, en daarna op het lijstje dwergtonijn (little tunny), blauwbaars (bluefish), leervis (palometa) geelstaartmakreel (amberjack) en die prachtige vis met nog meer namen: dradu, dorado, mahi mahi oftewel de goudmakreel. Eelco heeft sinds Kroatië dankzij zijn werkplek, vaak in de Golf van Mexico, een flinke berg geelvin-, zwartvin-, grootoogtonijnen en ander grof tropisch gespuis gevangen en wil wel weer eens een blauwe begroeten, mijn bescheiden doel is dat de tweede blauwvin iets groter zal zijn dan die eerste in Kroatië. We komen een eind maar oh..oh..

De temperatuur begint merkbaar hoger te liggen als we met de auto Lyon gepasseerd zijn. De weersvoorspellingen voor ons weekje visvakantie komen behoorlijk uit, met een gemiddelde dagtemperatuur van 25 graden – met wat afwijkinkjes naar boven… Enkele dagen is er wat bewolking maar bescherming tegen de zon is elke dag volop nodig. De windvoorspellingen wijken helaas sterker af, waardoor het tegen de verwachting in twee dagen niet mogelijk is de boot veilig door de hoge branding te krijgen. Gelukkig zijn er dichtbij al genoeg alternatieven om de dag alsnog vissend door te brengen, zoals met de boot op de rivier of vanaf de kant in de riviermonding of vanaf het strand.

Een groot deel van de Ebrodelta is landbouwgebied. De plaatselijke grap luidt -in ieder geval in deze (oogst)tijd van het jaar- dat rijst het bijproduct is van de muggenteelt. Een klein deel van de krimpende delta is nog bestemd voor de natuur, maar wat er daar nog leeft aan vleermuizen en vogels krijgt al die muggen lang niet op, zodat sterke muggenspray vereist is om ’s avonds buiten te kunnen zijn. Zonder dat spul wordt je lekgestoken door de hongerige dames.

De delta krimpt omdat de dammen landinwaarts in de Ebro voorkomen dat er nieuw sediment wordt afgezet. Op een paar honderd meter buiten de huidige monding ligt er een vier meter hoog fundament van een oude vuurtoren in het ter plekke zeven meter diepe water. De delta kwam tot daar, maar is door de zee opgegeten. Er rest nu een plek, ‘The Rocks’, waar je leuk je kunstaas overheen kan trekken met kans op een blauwbaars of een leervis. Genoeg over de ‘bijzaken’, op naar de visbelevenissen.

De eerste dag is de kracht van de oostenwind op zich prima, maar de richting nog steeds niet goed. Van oost naar west blaast de wind in de breedte over de Middellandse Zee waardoor het water constant opgestuwd wordt. De deining blijft daardoor hoog en met een korte tussentijd, waardoor chummen op tonijn eigenlijk niet te doen is. Ron stelt voor om ons vooral op goudmakreel te richten. Met enig geduld lukt het een gaatje in de branding te vinden en naar ‘buiten’ te gaan.

Niet veel later dient zich een prachtige stroomnaad vol met zeegras (en trouwens ook vrij veel plastic) aan: mahi mahi territorium. Met lichte spinhengels, poppertjes, pilkertjes en ander klein kunstaas vermaken we ons alledrie enkele uren kostelijk met het vangen van deze prachtige visjes. Ze worden hier niet zo groot als in de tropen, met 50cm heb je al een hele mooie te pakken. Maar ze trekken een 40 grams hengeltje mooi krom. Tussendoor vangen we ook kleine blauwvintonijntjes en dwergtonijntjes, babytjes van hooguit 30cm. Ook deze testen de molenslip regelmatig en trekken graag de lichte hengels tot het handvat krom. De visjes gaan uiteraard allemaal terug, maar de meeste (snelgroeiende en zeer smakelijke) goudmakrelen gaan mee. De koelbox moet met z’n tweeën uit de boot worden getild. Ron is nog een paar uur bezig om de zaak te fileren, maar er gaat dan ook een respectabel aantal kilo’s file de vriezer in.

kistje-goudmakrelen

De tweede dag is de branding echt te hoog, waardoor we de dag (moeten) besteden aan het trollen op blauwbaars op de rivier. Voor zowel Eelco als ik zou het de eerste worden. Aan de 12 ponds hengels komen kleine getakelde barracudas, met verschillende loodverzwaring om ze op verschillende dieptes te kunnen aanbieden. Aan de spinhengels hangen we een plugje en houden die in de hand.

Een groot deel van de dag gebeurt er helemaal niets. Ron vertelt dat hij een stuk verder stroomopwaarts er laatst eentje van een meter had. Dus ze kunnen overal zitten. We zien de hele dag geen activiteit aan het oppervlak. Wel passeren we op een gegeven moment een geankerd bootje waar een Duitser met levend aas onder een dobber drie blauwbaarzen heeft weten te vangen. Uiteindelijk klapt een van de 12ponds hengels krom. Ik mag de hengel pakken en de blauwbaars binnendraaien.

bluefish 1 marc

In het schepnet blijkt al dat de vis lelijk is gehaakt en krijgt dus een klap op de kop. Weer thuis bakt Ron de blauwbaarsfilet en wat goudmakreelfilet van gisteren in olie. Zulke verse vis smaakt nooit verkeerd en zeker de goudmakreelfilet is erg lekker.

De derde dag is de wind zover gezakt dat we -eindelijk!- aan het hoofddoel van de trip kunnen beginnen. Met 20 kilo diepvries sardines (extra af te rekenen trouwens) in de koelbox stuiven we naar ongeveer 100 meter diep water en proberen in het pad van een van de vele trawlers te komen. Tonijn zwemt vaak mee in het spoor van het net. We zien drie boten hun net ophalen -theoretisch een uitstekend moment om met een hengel in de buurt te zijn-, maar de hoeveelheid vangst ziet er telkens zeer karig uit. Ik mijmer over hoe treurig dit eigenlijk is, een paar uur met een net over een platte, goeddeels zandbodem schrapen en dan zo weinig massa vangen. We hebben af en toe meer dan tien boten tegelijk bezig kunnen zien. En dat gaat elke dag zo…

Enfin. Een snelle aanbeet blijft uit. Als de rust is weergekeerd is het rond 13:00 uur dan zo ver: de ondiepste hengel op 7 meter trekt krom en de strak afgestelde reel moet snel veel lijn geven, recht naar beneden zo te zien. Ik mocht gisteren de hengel pakken dus is Eelco nu aan de beurt. Als Eelco zich in het harnas heeft gehesen en de hengel heeft aangegespt neemt de vis nog wat lijn, maar daarna kan Eelco al starten met draaien. Langzaam trekt hij de boot naar de vis toe en de vis komt daarna langzaam naar boven. Er volgt geen run meer en na enkele rondjes naast de boot komt de kop boven. Ron tilt de vis snel aan boord, het meettouwtje zegt 1.42 meter, de circlehook komt makkelijk uit het scharnier. Een bevriende charter is bij komen varen en maakt ook wat foto’s. Na de zitfoto gooit Eelco de tonijn weer terug die snel in de diepte verdwijnt. Deel 1 van de missie geslaagd! Filmpje:

tonijnfoto-andere-boot

Deel 2 lijkt er al snel aan te komen. Want heel lang duurt het niet voordat ik-weet-niet-meer-welke hengel krom trekt…maar voordat ik het harnas aan heb, is de spanning verdwenen. In stilte draait Ron de lijn binnen, de haakknoop heeft het begeven…Er begint bij mij iets te zakken, maar de dag is nog niet voorbij en er zijn nog twee dagen te gaan, weliswaar met een andere schipper, Javi, maar toch, ze zitten er in ieder geval. De rest van de dag blijft het stil. Op de terugweg komen we geen activiteit tegen om nog even aan te gooien.

De voorspellingen voor de woensdag waren niet best qua wind dus dat wordt de snipperdag. Wel zal de wind snel genoeg gaan liggen om de resterende twee visdagen chummend op tonijn te kunnen blijven vissen. Eentje is genoeg en dan is wat ons betreft het chumvissen wel klaar, het is niet de meest actieve maar wel meest effectieve visserij. We willen graag ook wat actiever vis vangen: werpen op oppervlakte-activiteit, of jiggend op iets dat diep onder de boot zwemt, dat soort dingen. In de avond staan we een paar uurtjes met kunstaas te werpen bij de uitkijktoren, onder andere lopend bereikbaar door een stukje natuurgebied, ongeveer een kilometer. De terugweg door dit muggenparadijs moeten we rennen om de auto met nog wat bloed in de aderen te bereiken. We hadden nog geen muggenspray gekocht…

Een snipperdag tijdens een visvakantie, wat doe je dan? Je gaat vissen! We rijden in de ochtend naar de kerncentrale Central Nuclear Vandellòs I, voor de rotskust aldaar zouden barracudas kunnen rondzwemmen. We gaan op zoek naar een kantstek, en na het oversteken van treinrails komen we op een prachtige bereikbare visstek op een rots aan. Voor ons helder water met hier en daar rotsen en andere donkere plekken. Na een uur tevergeefs met allerlei kunstaas de plekjes bestoken kijken we nog even verder, maar de stekken zien er uit dat een korte broek met blote voeten in sandalen de vakantie een heel andere wending kan geven, dus op naar de auto voor een andere plek.

Het wordt niet de haven van Calafat, want daar staat met koeieletters op de pier dat je er niet mag vissen. De haven van L’Ametlla de Mar is meer sportvisservriendelijk. Hier vertrekken de voerboten met kratten sardines naar de kooien die hier voor de kust liggen om (wildgevangen) blauwvintonijn vet te mesten. We zagen de crewmannen vanaf de kade blauwbaars vangen met korte hengeltjes, een haak en een sardien. De lange pier die de natuurlijke haven beschermt is zeer toegankelijk aangelegd, wel met gaten tussen de grote blokken, maar het oppervlak is plat gestampt en je kunt vrij eenvoudig naar het water afdalen. De stevige wind komt uit het zuidoosten, waardoor er aan de buitenkant niet lekker is te vissen, aan de binnenkant uit de wind is het prima toeven. Het talud loopt vrij steil af. Langs de kant barst het van de kleine vis. Op de kop vissen twee locals met lange hengels, een loodje en een doodaasvisje aan de wapperlijn. Kortom, hier gaan we het maar eens proberen. Eelco krijgt een volger achter een plug aan, maar verder gebeurt er weinig behalve dat een van de locals vermoedelijk een blauwbaars vangt.

Onderweg terug komen we op het idee om aan het eind van de dag tot de schemer vanaf het strand te vissen, nu wel voorzien van de inmiddels aangeschafte muggenspray. Zogezegd zogedaan, en verschillend voorbereid lopen we rond 17:00 uur het strand op: Eelco wil in z’n korte broek het water in kunnen lopen, ik hoop met lange broek en schoenen me wat beter tegen de muggen te kunnen beschermen. Bij de eerste lagune is er bij de zandbank meteen veel activiteit te zien, maar deze is pas aan te gooien als je een stuk het water in loopt.

Onze wegen scheiden dus voor even en ik loop met opgetuigde hengel met een oppervlakteplug verder naar de bocht in het strand. De wind is zuidwestelijk zodat je daar de wind in de rug hebt. Er staat overal nog een stevige branding. Twee locals staan er al te vissen, met oppervlaktepluggen. Ze zijn geconcentreerd bezig dus ik passeer maar begin op ruim 50 meter afstand van ze te vissen om ze in de gaten te kunnen houden.

Ze wisselen vaak van kunstaas en een half uurtje later is het bij een van hen raak. Na een fraaie dril verschijnt er een mooie blauwbaars op het strand. De vanger laat zich trots door zijn maatje fotograferen en ik ben ook blij, want het heeft dus inderdaad zin om hier grote oppervlaktepluggen door de golven de trekken om de aanbeet van zo’n brute blauwe baars met tanden uit te lokken!

Ik heb drie grote pluggen bij dus ik ben snel uitgewisseld, maar na één rondje wisselen is het bij mij dan ook raak aan de charteuse Spro plug. Boem! En na een seconde raast de slip en suist er een hele boze vis door het water. Een paar draaien en zzzzz…daar gaat de slip weer even. En we gaan even naar links en dan weer even naar rechts, gaaf dit hoor! In m’n ooghoek zie ik in de verte Eelco aan komen lopen en door met één arm te zwaaien probeer ik zijn aandacht te trekken. Even later, na nog wat zzzzzzz en zo, lukt het me de vis door een golf op het strand achter te laten. Vet, een te gekke manier om zo’n vis te vangen.

bluefsih-strand-2

Nou, we gaan nog even door. De buurmannen zijn ook nog even wezen kijken, aardige jongens, maar we zijn met handen en voeten snel uitgepraat.De chartreuse plug blijkt in trek en wordt niet veel later opnieuw gepakt. Weer de aanbeet niet gezien, maar oef…dit voelt groter en zwaarder. De slip doet goed zijn best, misschien zelfs te goed want plots valt de spanning weg. Een haakpunt van de achterste dreg blijkt uitgebogen. Tja, dan had ik de dreg maar moeten vervangen voor een van betere kwaliteit. Na een misser op mijn grote Rapala subwalk levert roodwitte spro plug levert mijn tweede vis op. Eelco heeft inmiddels wat foto’s gemaakt.

bluefish-strip-1

bluefish-strip-2

En nu zag ik ook eens de aanbeet. De kop van de vis uit het water met de plug in zijn bek, gaaf! Ik weet dat ze nog veel groter kunnen worden. Deze visserij staat dus vanaf nu heel hoog in mijn ‘nog ’ns te doen’ lijstje. De lange broek bleek ook helemaal niet nodig, de zee is nog lekker warm en de muggenspray hield op de terugweg al een overgroot deel van de dames op ruime afstand.

Het grote aftellen begint op donderdag, dag vier vissen, nog twee dagen voor een tonijn. Javi blijkt een prima kapitein met verstand van zaken die bovendien het Engels beheerst. Ron is vandaag met een andere gast op het water en vist een stukje verderop. We houden elkaar dus op de hoogte. We vissen vandaag iets anders, twee hengels in de steun, een met zwaarder lood recht onder de boot, een op afstand met een loodje en een ballonnetje als dobber en één hengel freelinend: aan de haak een stuk sardine, die je zonder verdere verzwaring mee in het chumspoor laat zakken. Afhankelijk van de driftsnelheid haal je om de zoveel tijd binnen en laat je de haak weer naast de boot zakken voor de volgende afdaling. De freeliner heb ik een groot deel van de dag in de hand.

Bij ons gebeurt er niets, maar bij Ron is er actie geweest, met een tonijn van tegen de 100 kilo. We varen er naartoe en vissend op 50 meter afstand gaat de rest van onze 20 kilo sardines in stukjes naar de tonijnen. De samenwerking levert vandaag helaas geen verder succes op. Javi stelt voor op de terugweg richting de vuurtoren en dan ‘The Rocks’ te gaan, werpen met kunstaas. En uiteraard onderweg stoppen als we oppervlakteactiviteit zien. Prima plan, lekker om weer even wat te bewegen, maar mijn moedeloosheid begint wat dieper in te dalen.

Het werpen met pilkertjes bij de vuurtoren en driftend grote oppervlaktepluggen over The Rocks trekken is, op een enkele volger na, geen succes. Wel weet ik het topdeel van mijn spinhengel te slopen bij het afstellen van de molenslip na het knopen van een nieuwe voorslag na een mislukte worp waarbij mijn grote subwalk na ‘páng!’ met een plopje naast de boot belandde. ‘Tik’ zei het topje en dat was dat. De subwalk hebben we gelukkig uit het water kunnen redden. Met een kop op standje onweer met de ogen -gelukkig maar- achter een zonnebril krijgt de havenmeester, die wat pesterig de lege koelbox die ik naar de auto breng bekijkt, niet volledig mijn blik te zien.

Om de dag goed te maken gaan we die avond weer naar het strand, Eelco moet er nog steeds blauwbaars vangen. Ik moet nu met m’n andere hengel, de karperhengel, aan de gang. We gaan meteen naar dezelfde plek als gisteren. De omstandigheden zijn echter totaal anders, weinig zuidwestelijke wind en vrijwel geen branding, we zijn benieuwd…Al vrij snel blijkt dat we ons geen zorgen hoeven te maken, als ik de eerste kolk van een misser kort voor de kant zie. En even later haak ik de eerste blauwbaars van de avond. Een mooie dril met weer veel zzzzzz, alles lijkt goed te gaan, maar toch schiet de vis los. Jammer, maar helaas. We zien binnen werpafstand een groep vissen aan het oppervlak, kolken tot en met, maar ze willen geen enkel kunstaas hebben. Ik krijg nog een paar missers en een tweede losser (grrr…). Op de valreep in schemering vangt Eelco zijn blauwbaars, na een lekkere dril een mooie vis van tegen de 60cm.

De zesde dag vertrekken we een uurtje eerder en vissen we meer westwaarts. Ik zit weer voorop met de freeline hengel, te fantaseren hoe de aanbeet zal verlopen. Maar ondanks onze tomeloze inzet meldt zich vandaag ook geen tonijn, en als de chum op is, moet ik echt even slikken, en ben nóg zwijgzamer dan gisteren tijdens de terugweg. Schuld van niemand natuurlijk, maar wel een hele bittere appel.

Op weg naar de vuurtoren en The Rocks is er rond een boei veel oppervlakte-activiteit. Javi heeft een licht spinhengeltje voor me meegenomen voor dit soort situaties. Er blijken veel verschillende soorten te jagen op een grote school klein grut. Javi en Eelco vermaken zich met de lichte hengels kostelijk met geelstaartmakreeltjes, dwergtonijntjes, blauwvintonijntjes, bonito, witte leervis, goudmakreeltjes, blauwe makreeltjes en horsmakreeltjes. Poppertjes, pilkertjes, kleine shadjes, ze leveren allemaal visjes op.

Mijn motivatie is echter zo diep weggezakt dat ik niet blij wordt van al dat grut. Bij mij veel losschieters en ik kom niet verder dan een paar (hors)makreeltjes en wat tonijntjes. Er gaat er eentje aan een haak weer overboord in de hoop dat een palometa of bluefish mij nog enige redding gaat bieden. Zelfs de goudmakreeltjes die af en toe nerveus rond de boot cirkelen laten zich zichtbaar niet foppen door mijn kunstaasjes.

Tja, zo zie je maar dat je zelfs bij deze visserij zo’n slecht gevoel annex lage motivatie zich vertaalt in slechte vangst. Althans, dat is hoe ik dit soort narigheid ervaar. Ook teleurstelling hoort bij sportvissen, dat is maar weer zeker. Het weekje vakantie was verder overigens helemaal leuk en gezellig en was alles goed geregeld enzo, daar lag het allemaal niet aan. Ik heb in ieder geval het meest genoten van de blauwbaarzen in de branding. Voor die tonijn kom ik ooit wel weer terug als ze werpend te bevissen zijn.

Groeten!
Marc