29 april 2017 Negende competitiewedstrijd IJZZV 2016-2017

Posted on 1 mei 2017

2


We treffen het. Precies op de dag van de wedstrijd staan de wind en regen een dag op standje ‘uit’ en kunnen dan ook voor het eerst van het wedstrijdseizoen onze jassen al snel uit. Er staat een zwak oostelijk windje en er zijn weinig wolken zodat de zon kan lekker kan laten voelen wat-ie kan.

De schuimplakkaten van afgestorven algen liggen tegen de binnenkant van de pier aan. Dat lijkt me een goed teken. Want dan zijn de algen dus aan het afsterven en kan het water helderder worden en dat is natuurlijk gunstig voor de visserij op geep en makreel.

Helaas loot ik stek nummer vijf. Dat is dus aan het begin van vak A. Voor de bodemvisserij geldt eigenlijk: hoe dichter richting de bocht, hoe slechter de vangkans. Er staan nog twee man links van me (Arie en Arjen) en hoe verder naar rechts naar vak B, hoe beter de vooruitzichten. Koppelmaat Gheath staat helaas ook in vak A. (Er is trouwen iets met die loting; Robert en ik loten nu voor de derde keer achter elkaar naast elkaar! Ook Arie en ik waren vorige keer buren…). Ik ben vandaag aan de beurt om van de eerste vier man de vis te meten en vangkaarten vol te pennen met getallen.

Stilte voor de start op links

Het was hoogwater rond half zeven. Laagwater rond half drie. De eerste uren zal het dus eigenlijk moeten gebeuren, qua vangen.

Stilte voor de start op rechts

Zonder al te veel verwachtingen start ik vol goede moed. En verdomd, de eerste worp met de twee hengels levert drie vissen op, scharren. En de worpen daarna weer twee vissen.

De buren overkomt overigens ongeveer hetzelfde. Er is dus in ieder geval een visje te vangen. Geen overwinningsroes natuurlijk want ik heb uiteraard nog geen idee wat er in het ‘goede stuk’ wordt gevangen.

Er komt een doubletje schar bij en zelfs een tripletje, waarvan de onderste op de stenen losschiet. Ook verwelkom ik een mooie bot van 40 centimeter. Er rijst toch wel wat hoop op ‘de grootste vis van de wedstrijd’ prijs.

In het echt 39,3, maar 40 wedstrijdcentimeters!

Via de tamtam komen berichten uit het B vak over véél ruimere aantallen dan de beste van ons vier, Robert, dan toe heeft. Ook is er een bericht over nóg een bot van 40 centimeter. Nouja, ex aequo, ook leuk…

Dan draai ik met de ene hengel m’n andere lijn binnen. De onderlijn van de ene zit dusdanig verward met de hoofdlijn van de andere dat het even tijd kost dit op te lossen. Snel een nieuwe onderlijn aan de ene hengel die het nog doet, weer ingooien en proberen de andere te redden.

De hoofdlijn van deze hengel is inmiddels verward geraakt tussen de stenen. Na het weer los krijgen, blijkt de rest van lijn miraculeus tot een grote bal gekinkt…wat is hier gebeurd? Binnendraaien, want de onderlijn ligt nog 30 meter verderop in het water. Gelukkig lukt het de zaak binnen te draaien. Vervolgens het rotte stuk lijn van de molen peuteren, nieuwe voorslag er op en vissen maar weer. Aan de andere hengel zit dan inmiddels helaas geen ‘troosttripletje’…

De vangst valt bij mij (en de buren ook trouwens) een ruim uurtje zo goed als stil; gelukkig dat de pech daarmee is samengevallen. De enkele vangst komt van een afstand die ik niet haal -of in ieder geval van een steknummer waar ik toch niet mag vissen-.

Ik experimenteer even met een flyer, beaasd met een zager, nét voorbij de schuimlaag. Wie weet is de geep er toch al…en ik moet er nog steeds eentje op deze manier vangen. Eentje is al genoeg, want het is natuurlijk al snel de grootste vis van de wedstrijd. Affijn, ik heb het voor mezelf even spannend gemaakt, maar het levert niets op.

Uiteindelijk sprokkel ik 20 vissen bij elkaar, een paar vissen minder dan m’n directe buren. Vier soorten: schar, bot, wijting en een gulletje van 25 centimeter. Ook komt er een flinke meun (23 centimeter) op ‘mijn’ meetplank. In het laatste uur weet ik helaas vooral een enkele krab en wat minibotjes (rond de 15 centimeter) te vangen.

Dan even de harde feiten. Wedstrijdtechnisch gesproken heb ik het vrij beroerd gedaan. Ik eindig als twintigste individueel (goed voor een prijsje, dat dan weer wel!). Dat is vandaag onderin het rechterrijtje. Gheath en ik eindigen op nummertje zes (als laatste) in de koppelcompetitie. Bram vangt de grootste vis van de wedstrijd: een bot van 41 (of zelfs 43?) centimeter. Bram, gefeliciteerd! Bingo achteraf: noppes! De volledige uitslag op de website van de IJZZV.

Er was aan de buitenkant veel oppervlakteactiviteit van kleine vis (?) te zien. Arjen kreeg een zeebaars achter een binnengedraaide onderlijn aan en Robert heeft een springende geep gezien. Oftewel, snel hier met die gunstige (lees minder) wind, want ik heb inmiddels best wel zin weer eens een dobbertje uit te gooien.

Groet!

Marc

ps. Met nog genoeg aas over denk ik een aangenaam zondagochtendje te gaan beleven aan het Noordzeekanaal. De wind is helaas oostelijker dan ik had gegokt en staat met 5 tot 6 Bft dwars over het kanaal te blazen. Ik vis op een ‘nieuwe’ plek. De eerste worp wordt een lijn meegenomen door een plezierjacht dat niet reageert op mijn gezwaai en strak langs de kant blijft varen. De tweede worp komt, een flink eind uit de kant nog, vast te zitten bij het binnendraaien; een haakje breekt en de rest van de onderlijn komt retour. De derde worp vang ik opnieuw niks en de worp dáárna zit de zaak opnieuw hopeloos en nu definitief vast. De wind blaast door, het rokerige luchtje begint me een lichte koppijn op te leveren. Het aas doneer ik aan de kantbewoners in het kanaal en ik ga de rest van de dag lekker wat anders in het zonnetje doen, een boek lezen ofzo…