Even herijken, ik was er in november 2018 al mee bezig. Het heeft even geduurd, maar mijn houding ten opzichte van het sportvissen is inmiddels inderdaad toch wel een beetje verlegd. De invloed van de Corona is daarop wellicht niet eens zo groot geweest, behalve dat er gewoon gevist kon blijven worden. De boel lag al eerder in de kreukels. Mijn hobby is (helaas?) mijn werk niet meer. Op de details van dit toch wel best sneue verhaal ga ik wellicht later nog in. Het fijne is dat ik mijn hobby weer volledig terug heb. Als vanzelf volg ik nauwelijks (social)sportvismedia meer (zonder het gevoel iets te missen), ik heb zelfs m’n abonnement op Zeehengelsport opgezegd, en ik ga inmiddels, na een best lange en vrij diepe persoonlijke visdip, weer lekker vissen, of niet, gewoon als ik zin heb. Ik vang wat of ik vang niks. Gezellige praatjes met vismaten (bekend of onbekend) ter plekke. En als het even kan, gaat er vis mee voor in de keuken. Zo is het bedoeld. En de rest is bijzaak. Bijvoorbeeld: wedstrijdvissen is niet meer mijn terrein, dus als ik al ergens mee doe is het voor de gezelligheid (of voor een toevalstreffer of voor de pot dus). En op deze blog zullen nog per opwelling en dus onregelmatig stukjes verschijnen.
Maar gelukkig zijn we weer terug bij het vissen en specifiek het vissen met rubber kunstaas; het is me altijd blijven intrigeren, maar ik ben er nooit echt succesvol mee geweest. Spinners, pluggen, lepels, pilkers, veertjes; met dat soort kunstaas ving ik in zoet en zout m’n visje, maar met loodkopjes was het altijd een drama. Vroeger waren het jigs met geitenhaar en nu zijn ze ‘uitontwikkeld’ tot de volautomatische Black Minnows, maar het bleef mijn zwakke plek de theorie met de praktijk rond dit soort kunstaas succesvol te combineren: dicht bij de bodem vissen en dan toch niet steeds zoals vroeger in de sloot aan een tak of tegenwoordig vanaf de Zuidpier aan een steen blijven hangen.
Zo af en toe was er vorig seizoen een aanbeet of zelfs een visje voor mij, maar geen enkele sessie bleef zonder het verspelen van die aasjes. Relatief kostbaar en het is dan bovendien nutteloze langzaam afbreekbare chemische troep geworden die er niet hoort. – Het duizelt me altijd een beetje, als ik me voorstel hoe veel er op de Zuidpier wordt gevist en dus hoe veel materiaal er wordt verspeeld en wat voor consequenties dat op den duur zou moeten hebben…- Grappig genoeg ‘ving’ ik, even geleden alweer, een Black Minnow met nog 30 meter gevlochten lijn eraan, terwijl ik met echte zagers aan een sleeplijn ook al geen baars aan het vangen was. Dat ding heb ik trouwens inmiddels alweer ergens anders tussen de stenen geparkeerd, met een stuk lijn er aan…-.
Het regelmatige succes (en vele tips!) van anderen hield de motivatie nog net op gang. Een visser met een nerveus krommende spinhengel op een steen die vervolgens met een flinke baars omhoog komt klauteren blijft een prachtige plaatje op de pier. Negen van de tien keer heeft die baars een shad in z’n bek. Ik heb er vaak genoeg naast gestaan.
De laatste tijd zakte het vertrouwen nog wat verder en schakelde ik na het verspelen van het eerste aasje (soms zelfs een BM) meteen over op een andere visserij, die me meestal geen materiaalverlies oplevert. De bombetta en het reepje vis en de -bescheiden- haringlijntjes met een pilkertje hebben dit jaar inmiddels gelukkig geep, fint en makreel opgeleverd, soms zelfs in bijna ‘ouwerwetse’ hoeveelheden. Hartstikke leuk, maar ook die lol houdt voor mij inmiddels een keer op, dus mag het rubbertje dan toch weer even aan de bak.
Een paar weken geleden neem ik het besluit: ik koop pas weer nieuwe softbaits als de voorraad helemaal op is! (Net als dat ik pas weer een nieuwe hengel mag als een oude stuk is gegaan…Vissen hoeft niet duur te zijn!) Gek genoeg gaf me dat rust genoeg om deze visserij nog even door te zetten. Dat betekent ook dat ik inmiddels lekker heb zitten knutselen met en aan die ‘ouwe troep’ om een en ander op te pimpen! 😉 En ik heb er vrede mee dat ik het ga verspelen, maar misschien kan ik er op de valreep toch nog wat mee vangen…
De tweede helft van juli heeft mijn vertrouwen in mijn kunde rond de rubbervisserij namelijk een mooie schop omhoog gekregen. In drie verschillende sessies vang ik elke keer -aan m’n alweer 12 jaar oude 45 grams reishengeltje!- een prachtige baars aan een shad, twee aan een BM en eentje aan een eigen knutselwerkje van een oude shad en een schuifloodje. Geen recordmonsters, maar wel mooie vissen die me nog lang vertrouwen zullen geven dat het zin heeft om toch nog even door te vissen. Weet ik nu ‘hoe het moet’? Nee natuurlijk, maar het is leuk te ervaren het in ieder geval een paar keer goed te hebben gedaan. Er is één man-met-vis foto van de tweede vangst, van de andere vissen mist -min of meer bewust- de digitale ’trofee’.

De ‘films’ van alledrie de vangsten op drie verschillende plekken draai ik op verzoek nog steeds in z’n geheel in m’n hoofd af. De eerste speelt aan het begin van de bocht, de tweede aan het eind de bocht en de derde een eindje voor de kop. Het is iedere keer opkomend water rond de middag en ik sta in een rijtje met een aantal (IJZZV) collega’s te vissen. Kennelijk heb ik het goede gewicht qua kunstaas gekozen of sta ik op een goede plek, want ik kan goed contact met het bodemprofiel houden en verspeel geen materiaal. Na een goed uurtje tot twee uurtjes gooien is er uit het niets die beuk om U tegen te zeggen waarna de hengel tot het handvat kromtrekt en de molenslip z’n werk doet. Wat blijft dat toch een fantastisch moment! Een fractie van een seconde lijkt het alsof de zaak is vastgelopen, maar dan gaat ‘het’ zwemmen. Bij de derde vangst stond de slip voor dit moment trouwens iets te strak afgesteld en lukte het nét op tijd de zaak iets losser te zetten, pfff….
Alledrie de keren moet de vis, ondanks de aanbeet bij ‘het randje’ niet ver uit de kant, een aantal meters omhoog komen en ik geniet van het stoeien met die krachtpatsers. Nog niet de echte monsters, maar mijn hengeltje krijgt er heerlijk van langs en het landen van dit formaat vis verhoogt het adrenalineniveau altijd een beetje met dat klauterwerk en dat gedoe met die stenen. Het werkelijke formaat wordt me iedere keer pas aan het oppervlak wat duidelijker. Met een handje hier en daar (nog dank mannen!) komen de vissen (de eerste 53cm, dan 55cm en als laatste 62cm) keurig aan de kant.
En ja, deze eerste drie van dit seizoen (nu al 300% beter dan vorig seizoen!) zijn steeds tussen ijsblokken mee naar huis gegaan. Dat de 62er is meegegaan is overigens een foutje tov m’n ‘boven de 60cm teruggooien’-regel, ik had ‘m toch kleiner ingeschat.
Maargoed, verse zeebaars is heerlijk zodat de eerste dezelfde dag nog is verwerkt in onze nummer 1 bereiding van kersverse zeebaars: ceviche. Daarnaast bouillon getrokken van de kop en graten. De tweede kreeg nummer 2, gegrild boven een houtskoolbbq (en de rest verwerkt tot vissoep). De derde ligt nog in de vriezer maar gaat op nummer 3, op z’n chinees met een buik vol gember en knoflook gestoomd worden en daarna overgoten met lenteuitjes en rokende sesamolie, hmmmm! De vierde zal ergens in de toekomst in een zoutkorst uit de oven komen, onze nummer 4. En dan kunnen we wel weer eens terug naar nummer 1. En als het uit de hand loopt is er ook nog wel een keer een filetje te bakken…
‘Gelukkig’ is de Zuidpier momenteel tot ergens diep in de herfst doordeweeks dicht voor het hoognodige groot onderhoud aan de kop, dus die baarzen zullen ergens anders vandaan moeten komen. En als ze niet meer komen, is het trouwens ook goed. Het wordt overigens wel weer eens tijd een harder te vangen, dus er is deze zomer nog genoeg te doen.
Groeten dan maar weer!
Marc
Gerrit
8 augustus 2020
Marc, fijn weer iets van je te lezen,herken veel van me zelf er in
zeevissermarc
8 augustus 2020
Hoi Gerrit, dank je. Groeten, Marc
Eelco
9 augustus 2020
Goed nieuws mark, dat je er weer zin in hebt. Heel herkenbaar allemaal. IK denk dat wel weer vissers dat hebben.
zeevissermarc
9 augustus 2020
Hoi Eelco,
Zo gaat het in mijn geval, up en down en weer up enzo. Er zullen er idd vast meer zijn.
Tot binnenkort!
Marc